Koos van Nugteren Het polsgewricht begint proximaal bij het distale uiteinde van de radius en eindigt distaal ter hoogte van de ossa metacarpalia. Het is een zeer complex gewricht waarin veel botstukken ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Anatomie Bot en kraakbeen: – distale uiteinde van de radius en ulna; – triangulair fibrocartilagineus complex;* – acht ossa carpalia; – vijf ossa metacarpalia. Het tfcc bestaat uit fibrocartilagineus weefsel: het heeft kenmerken van Triangulair kraakbeen maar ook van ligamentair weefsel. Het tfcc vult de ruimte fibrocartilagineus tussen het distale uiteinde van de ulna en de carpus en het vormt een complex (TFCC) eenheid met de ligamenten die zich hieromheen bevinden. Het betr- kelijk harde kraakbenige deel dat zich precies tussen ulna en carpus - vindt, heeft de vorm van een discus. De functie ervan is enigszins te vergelijken met de beide menisci die zich in de knie bevinden: verbetering van de congruentie (pasvorm) van het gewricht (zie hoofdstuk 7a).weiterlesen